Kook de spaghetti in gezouten water tot al dente.
Sla de kip plat tot ongeveer een halve centimeter overal en breng op smaak met peper en zout. Wentel door de bloem, klop de overtallige bloem eraf.
Verhit de olie in een koekenpan en bak de kip aan beide kanten aan tot goudbruin en gaar. Haal uit de pan en zet opzij.
Voeg de sjalot toe aan de pan en fruit aan tot glazig, voeg dan de knoflook toe en bak kort mee.
Blus af met de witte wijn en laat dit een paar minuten reduceren tot ongeveer de helft. Voeg dan de citroensap, rasp, kappertjes en boter toe en roer door tot de boter gesmolten is.
Breng op smaak met peper en zout. Vind je de saus nog wat te zuur, voeg dan een extra eetlepel boter toe.
Garneer de kip met peterselie en serveer samen met de saus met de spaghetti.