Meng de bloem met het zout en de poedersuiker. Voeg de boter toe en wrijf met je vingers de boter door de bloem totdat het een kruimelig mengsel is. Je kunt hiervoor ook een deegmenger gebruiken of dit in een foodprocessor doen. Voeg het ei en het water toe en kneed totdat het een samenhangend deeg is dat aan elkaar blijft plakken als je erin knijpt. Is het nog te droog, voeg dan wat extra water toe, 1 eetlepel per keer. Verdeel in 2porties, wikkel beide in huishoudfolie en laat rusten in de koelkast.
Verhit de roomboter in een grote koekenpan. Meng de appelsmet de suiker, het kaneel en de zout. Voeg toe aan de pan en meng op halfhoog vuur regelmatig door totdat alle suiker gesmolten is, zo’n 5 minuten. Laat afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het ene portie deeg uit, op een bebloemd aanrecht, tot een cirkel van ongeveer 30cm. Leg in je taartvorm.
Rol het andere portie deeg uit, op een bebloemd aanrecht, tot een langwerpige lap dat even breed is als de taart. Snij stroken van 2.5 cm breed.
Doe de vulling in de taart en doe bovenop een lattice. Snij de overhangende stukken eraf, vouw de rest van het deeg terug en knijp de randjes samen.
Smeer in met opgeklopt ei en strooi er optioneel nog wat suiker overheen.
Bak de taart 60 minuten af tot goudbruin. Laat afkoelen tot kamertemperatuur totdat je de taart aansnijdt (anders stort de taart in).
